Onderstaand zijn de op grond van het BBV voorgeschreven financiële kengetallen weergegeven en van een nadere duiding voorzien. Deze kengetallen geven inzicht in de financiële positie van de provincie. Vanwege de uniform voorgeschreven berekeningswijze kunnen de waarden worden vergeleken met die van andere provincies.
Tabel 1.3: Financiële kengetallen (in %)
Rekening 2016 | Begroting 2017 na wijziging | Rekening 2017 | |
Netto schuldquote | -60 | -56 | -63 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | -80 | -58 | -82 |
Solvabiliteitsratio | 71 | 82 | 78 |
Grondexploitatie | 0 | 0 | 0 |
Structurele exploitatieruimte | 26 | 22 | 1 |
Opcenten | 94 | 97 | 97 |
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote van de provincie Flevoland bedraagt 63% negatief in 2017. Dit kengetal weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de provincie ten opzichte van de eigen middelen. Doordat de provincie geen netto schuld heeft (vorderingen zijn hoger dan schulden), is het percentage negatief. Na correctie voor de verstrekte leningen ligt het percentage op 82% negatief. Het percentage is licht gestegen ten opzichte van 2016, voornamelijk door een afname van de verplichtingen met betrekking tot vooruit ontvangen doeluitkeringen (afloop voormalig BDU-regeling).
Solvabiliteit
De solvabiliteit is de verhouding van het eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen, uitgedrukt in een percentage. Het eigen vermogen bestaat uit de reserves van de provincie. Hoe hoger de solvabiliteitsratio hoe groter deel van de activa is gefinancierd met eigen middelen. Voor Flevoland is het solvabiliteitspercentage gestegen naar 78%. De oorzaak van deze stijging ligt met name in de toename van de bestemmingsreserve voor het dekken van de (afschrijvingslasten van de) investeringen. Deze (nieuwe) investeringen worden als gevolg van de wijziging in het BBV voor een hoger bedrag op de balans opgenomen dan in het verleden, omdat bijdragen uit reserves niet meer in één keer in mindering gebracht mogen worden.
Grondexploitatie
In het kengetal voor grondexploitatie dienen gronden te worden opgenomen die als ‘voorraad’ bouwgronden op de balans zijn opgenomen. Dit om inzicht te geven in de terug te verdienen boekwaarde van de gronden bij verkoop of exploitatie. De provincie Flevoland voert zelf geen bouwgrondexploitatie uit. Het kengetal heeft daarom de waarde 0. De gronden van de provincie Flevoland die op de balans staan, zijn overeenkomstig de verslaggevingsregels opgenomen als materiële vaste activa. Deze zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, welke lager is dan de huidige marktwaarde.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting. Bij structurele lasten gaat het om de lasten die worden gemaakt voor het uitvoeren van structureel/meerjarig beleid, om bedrijfsvoeringlasten en kapitaallasten. Stortingen in en onttrekkingen aan reserves zijn in beginsel incidenteel en hebben alleen een structureel karakter, wanneer ze bedoeld zijn om structurele lasten te dekken of wanneer de reserve een egaliserende functie of een financieringsfunctie voor investeringen heeft. Uit het kengetal (1%) blijkt dat de structurele baten en de structurele lasten in 2017 in evenwicht waren. De wijziging ten opzichte van voorgaand jaar en de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door een striktere toepassing van de definitie, waarbij stortingen in reserves met een egaliserend karakter eveneens zijn aangemerkt als structurele last.
Opcenten
Dit kengetal is het percentage opcenten dat de provincie heft ten opzichte van het landelijk gemiddelde percentage. Het geeft aan hoeveel relatieve ruimte de provincie heeft om de inkomsten uit de opcenten te verhogen om zo de structurele baten te verhogen (onbenutte belastingcapaciteit ten opzichte van het landelijk gemiddelde). Uit het percentage blijkt dat de hoogte van de opcenten van de provincie relatief dicht bij het gemiddelde komt. De belastingdruk wordt nader toegelicht in de paragraaf Lokale heffingen.